Functie van de lever
Functies:
- Vorming van gal: Gal word tijdelijk opgeslagen in de galblaas. Via de galbuis word het gal naar de twaalfvingerige darm gevoerd. Gal emulgeert vetten.
- Koolhydraatstofwisseling: In het voedsel dat je eet, zitten onder andere suikers. Deze suikers zijn niet allemaal direct nodig. De suikers worden daarom naar je lever getransporteerd waar het overschot opgeslagen wordt als glycogeen. Glycogeen kan tijdens inspanning (bijvoorbeeld tijdens sporten) weer omgezet worden naar suikers.
- Eiwitstofwisseling: Bij de vertering van je voedsel ontstaan aminozuren. Deze aminozuren worden uit je darm in de bloedvaten opgenomen en getransporteerd naar de lever. De lever kan van deze aminozuren nieuwe eiwitten maken. Deze eiwitten kunnen vervolgens weer door je lichaam gebruikt worden.
- Vetstofwisseling: Bij de vertering van je voedsel komen naast aminozuren ook vetzuren vrij. Je kunt verzadigde of onverzadigde vetzuren hebben. De onverzadigde vetzuren kunnen weer gebruikt worden in je stofwisseling of als brandstof. Je lever kan verzadigde vetzuren omzetten naar onverzadigde vetzuren.
- Ontgiften en reinigen: In je dagelijkse leven kunnen veel schadelijke stoffen in je lichaam terecht komen. Niet alleen door alcohol drinken, maar ook door het gebruik van medicijnen. Je lever kan deze schadelijke stoffen onschadelijk maken en vervolgens afvoeren via de galvloeistof of urine.
- Opslag: Behalve glycogeen (zie koolhydraatstofwisseling) kunnen ook andere stoffen (tijdelijk) opgeslagen worden in je lever. De lever laat ze vervolgens los als je lichaam ze nodig heeft. Bijvoorbeeld:
- Vetten.
- Vitamines.
- Minozuren.
- Mineralen.
Om al deze verschillende functies uit te kunnen oefenen zijn er twee afzonderlijke systemen aanwezig in je lever:
- Het bloedvatsysteem.
- Het galgangsysteem.
Het bloedvatsysteem
In je lever zit heel veel bloed. Dit bloed komt binnen via de poortader. Deze poortader brengt bloed binnen dat afkomstig is van je darmstelsel. Alle voedingsstoffen die in je darmstelsel in je bloed zijn opgenomen kunnen vervolgens in je lever worden opgenomen. De levercellen kunnen ze vervolgens omzetten, bewaren of weer afgeven aan je bloedvaten.
Het galgangsysteem
De lever maakt gal aan. Om deze gal vervolgens af te kunnen voeren, zitten er in je lever veel galkanaaltjes en iets grotere galwegen. Gal die aangemaakt is worden via deze kanaaltjes en galwegen afgevoerd naar de galblaas.